Naast de reguliere onderzoeken die nodig zijn voor de toekomstige verbreding van de A20, staat een deel van de huidige onderzoeken in het teken van de ruiming van 2 vliegtuigbommen. Deze ruiming vindt plaats in de nacht van 16 op 17 november. Van Nederveen: ‘Op dit moment brengen we de omgeving van de bom ten zuidoosten van de kruising van de A20 en de spoorwegen in kaart. Zo weten we zeker dat er geen andere oude bommen afgaan, mocht er iets misgaan tijdens de ruiming.’ Eerder werd dit onderzoek al succesvol uitgevoerd op de andere bomlocatie.

Gelijktijdig met het onderzoek naar de vliegtuigbommen worden er ook op andere plekken in het projectgebied nog zogeheten dieptedetectieonderzoeken uitgevoerd. ‘Afhankelijk van wat we aantreffen zullen deze onderzoeken tot omstreeks januari duren’, geeft Van Nederveen aan. ‘Tot ongeveer 10 meter diepte controleren we de laatste plekken heel nauwgezet op de mogelijke aanwezigheid van oorlogsresten in de grond. Het wegverkeer ondervindt hier geen hinder van, want het gaat om percelen buiten de A20.’

Bodemonderzoeken
Eind oktober gaat er ook een nieuwe ronde geotechnische onderzoeken van start. Van Nederveen: ‘Dit doen we om de draagkracht van de grond vast te stellen. We voeren deze ronde alleen sonderingen uit en geen boringen, zoals eerder in 2022 wel het geval was. Op enkele uitzonderingen na vinden de onderzoeken vooral plaats op landbouwpercelen. Hier zijn dus weinig tot geen verkeersmaatregelen voor nodig.’

Inmiddels zijn ook de zogeheten milieuhygiënische (water)bodemonderzoeken van start gegaan. ‘Hierbij onderzoeken we of er in het projectgebied sprake is van verontreiniging, bijvoorbeeld door afspoelend wegwater dat in de bermen terechtkomt’, legt Van Nederveen uit. ‘Met deze gegevens kunnen wij onder andere conform de Arbowet de realisatieaannemer informeren over welke beschermingsmiddelen hij bij de aanleg van de verbreding moet gebruiken. Deze informatie nemen we dan op in het contract. Daarnaast kan de realisatieaannemer met de nu in kaart te brengen gegevens zijn werk goed inschatten en voorbereiden.’ Deze onderzoeken lopen waarschijnlijk tot eind november. Op en nabij de A20 worden ze ’s nachts uitgevoerd. Verder gebeurt dit zoveel mogelijk overdag in de autoluwe perioden en op landbouwpercelen, zodat de weggebruiker hier zo min mogelijk hinder van ondervindt.

De staat van het asfalt
Half oktober zijn ook de verhardingsonderzoeken van start gegaan. Hierbij wordt de kwaliteit van het asfalt op de huidige A20, de omliggende N-wegen en een enkele particuliere weg of oprit in kaart gebracht, inclusief de onderliggende fundering. ‘Hierdoor heeft de aannemer straks goed inzicht in de omvang en kwaliteit van de te vervangen stukken asfalt’, aldus Van Nederveen. Het projectteam probeert zoveel mogelijk onderzoeken van verschillende disciplines te combineren. ‘Helaas is dit door de verschillen in onderzoekssnelheid niet altijd mogelijk. Ook bij de verhardingsonderzoeken geldt dat we deze zoveel mogelijk ’s nachts uitvoeren, zeker op de A20.’

De staat van omliggende panden
Half oktober vinden er ook bouwkundige opnames van aan de A20 grenzende panden plaats. Dit houdt in dat een aantal vooraf geselecteerde panden in de buurt van het projectgebied worden gecontroleerd op hun huidige bouwkundige staat. ‘In de realisatiefase zal de realisatieaannemer in de nabijheid van de geselecteerde panden bijvoorbeeld heipalen slaan of damwanden plaatsen. Dit kan trillingen veroorzaken die invloed hebben op de wat oudere panden in de omgeving. Die hebben vaak geen betonnen, maar een houten of zelfs helemaal geen fundering. Door nu een nulmeting te doen, kunnen we bij optredende of opgetreden schade ten tijde van de uitvoering beter vaststellen of het project de oorzaak is, of dat de oorzaak ergens anders moet worden gezocht. Rijkswaterstaat maakt hierover dan duidelijke afspraken met de eigenaren.’

Overige onderzoeken
Oktober en november zijn drukke maanden, geeft Van Nederveen aan. Zo starten er ook onderzoeken naar het grond- en oppervlaktewater, zodat het watersysteem in het projectgebied straks van goede kwaliteit blijft. En de onderzoeken naar zware metalen, zoals chroom-6, zijn ook al in volle gang. ‘Het gaat om onderzoek naar de aanwezigheid van zware metalen in de gebruikte verflagen op stalen objecten zoals brugleuningen, palen en elektrakasten. Als daar bijvoorbeeld ooit chroom-6 houdende verf op is aangebracht, dan moet deze bij sloop goed worden verwerkt. We nemen daarom nu monsters die in het laboratorium worden onderzocht. Daarmee kunnen we de realisatieaannemer een zo volledig mogelijk beeld schetsen, zodat de sloop op een correcte wijze kan worden uitgevoerd.’

Binnenkort wordt er ook weer een dag uitgetrokken om de ligging van kabels en leidingen in het projectgebied beter in kaart te brengen. ‘Niet alle in de grond aangebrachte kabels en leidingen zijn in het verleden even netjes gedocumenteerd. We willen zeker weten hoe alles erbij ligt voor het vervolg van het project.’ De volgende fase van de archeologische onderzoeken laat nog even op zich wachten. In januari worden vooralsnog de laatste boringen uitgevoerd tot 5 meter diep, waarbij bijvoorbeeld wordt gezocht naar resten van nederzettingen. Tot nu toe zijn er in het projectgebied nog geen bijzondere vondsten gedaan.

Oog voor de natuur
Alle bovenstaande werkzaamheden worden zo efficiënt mogelijk uitgevoerd. Om de eventuele hinder voor de weggebruiker te beperken, maar ook om zoveel mogelijk rekening te houden met de natuur. Van Nederveen: ‘Eind vorig jaar zijn er in het projectgebied 2 beschermde diersoorten aangetroffen: de platte schijfhoren en de waterspitsmuis. Voor de te onderzoeken gebieden waarin deze soorten voorkomen, hebben we een omgevingsvergunning aangevraagd en verkregen. Daarin staan voorschriften waar wij ons nauwgezet aan houden om verstoring zoveel mogelijk te voorkomen. Zo betreden we de gebieden waar de diersoorten voorkomen alleen in de periode waarop de dieren het minst kwetsbaar zijn. Ook voeren we de werkzaamheden zo snel mogelijk uit, met zo licht mogelijk materieel.’